Backward Design
Vaak wordt de vergissing begaan om te beginnen met lesboeken en andere bronnen, de inhoudelijke input en hierop gericht te blijven. Bij een dergelijke inhoud gestuurde ontwikkeling van onderwijs blijft men teveel gericht op het doceren vanuit de inhoud en dus vanuit de docent. Het levert meer op om de middelen af te leiden uit wat noodzakelijk is voor de gewenste resultaten: de output. Wiggins en McTighe (2005) stellen dat docenten zich te veel bezighouden met lesgeven, en onvoldoende met het eigenlijke leerproces. Beter is erover na te denken wat studenten nodig hebben om de leerdoelen te realiseren. Vanuit de onderwijskunde is bekend dat het ontwikkelen van curricula, modules, studieonderdelen en bijeenkomsten achterwaarts zou moeten gebeuren, met de uitkomsten/leerdoelen als uitgangspunt. Alleen dan wordt de ontwikkeling van de student centraal gesteld omdat gestuurd wordt op hun leerproces en de voor hun te bereiken leerdoelen en leeruitkomsten. Voor elke TBL-module wordt een Backward Design van het ontwerp aanbevolen; dit houdt achtereenvolgens in:
- het bepalen van de bedoelde leerdoelen – deze moeten aansluiten bij (gebaseerd zijn op) de te bereiken weekdoelen die moeten aansluiten bij de doelen van het blok;
- het maken van de team-toepassingsopdrachten;
- het schrijven van de vragen voor de Readiness Assurance Test (RAT);
- het bedenken en produceren van de voorbereidingsopdracht en/of de selectie van het zelfinstructiemateriaal.
Tien tips voor het ontwikkelen van TBL-Modules
Een TBL module bestaat uit de volgende onderdelen:
- Voorbereidend studiemateriaal
- Readiness Assurance process (RAP)
- iRAT/tRAT
- Beroep (Appeal)
- Correctieve instruction ( mini-lecture)
- Toepassingsopdrachten
- Peerassessment
Tip 1: Ontwerp de TBL-module volgens het principe van Backward Design, presenteer elke TBL-module van voor naar achteren aan de student
Tip 2: Stel een team samen dat verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van de team-toepassingsopdrachten
Tip 3: Ontwikkel team-toepassingsopdrachten die de vier ’S-en’ volgen
Tip 4: Ontwikkel team-toepassingsopdrachten die een beroep doen op hogere cognitieve vaardigheden
Tip 5: Ontwikkel Readiness Assurance Toetsen (RATs) die studenten werkelijk voorbereiden op de team-toepassingsopdrachten
Tip 6: Maak zo goed mogelijk gebruik van gevalideerde generieke itemstammen, om daarmee de ontwikkeling van effectieve RAT-vraagitems te vergemakkelijken
Tip 7: Gebruik itemanalyse om uw Readiness Assurance Toetsen (RATs) te verbeteren
Tip 8: Ontwikkel ook opdrachten waarmee de student thuis zelfstandig aan de slag kan
Tip 9: Gebruik voor de productie van TBL-modules een sjabloon
Tip 10: Laat uw TBL-module evalueren door een team